Werking van airconditioning
Een airconditioning heeft iets magisch. Hoe kan het dat een apparaat koude produceert, terwijl het in de ruimte en buiten bloedheet is? Inderdaad, het is bijna tovenarij, maar wel gebaseerd op een op zich eenvoudig natuurkundig verschijnsel. Hetzelfde principe zien we terug in de koelkast in onze keuken.
Simpel gezegd produceert een airco geen koude lucht, maar hij koelt de lucht af door de warmte eraan te onttrekken. Hiervoor maakt het systeem gebruik van het natuurkundige feit dat verdamping warmte aan de omgeving onttrekt. Wat verdampt, is de koelvloeistof die door het apparaat stroomt. Terwijl de vloeistof die verdampt en daarmee warmte wegneemt door de koelbuizen stroomt, blaast de ventilator in de binnenunit de gekoelde lucht in de ruimte.
de warmtepomp - het principe van de airco
Verdampen van koudemiddel
De verdampte koelvloeistof stroomt ondertussen via een compressor en een condensor door de buizen naar de buitenunit, waar de inmiddels weer vloeibaar geworden koelstof in aanraking komt met de buitenlucht en zijn warmte afgeeft. Tegelijkertijd trekt de compressor in de buitenunit nieuwe warme lucht aan, die samen met de koelvloeistof naar binnen wordt geleid, waar het hele proces opnieuw begint. Het is dus een gesloten systeem dat zichzelf steeds in stand houdt. Hierbij is het wel belangrijk dat er geen lek in het systeem komt, anders wordt het proces al snel verstoord.
De warmtepomp
Daarnaast onttrekt een airco ook vocht aan de lucht in de ruimte. Koele lucht bevat nu eenmaal minder waterdamp dan warme lucht. Deze condensdruppeltjes worden afgevoerd door het systeem en kunnen in de praktijk een plasje water op het dak of onder de ophanging van de buitenunit vormen. Bekend zijn ook de condensdruppeltjes die je op een hete dag onder de motorkap van de auto aantreft, wanneer de airco flink zijn best moet doen.
raammodel airconditioning
Dit hele natuurkundige principe staat bekend als de warmtepomp. Op de afbeelding zie je een vereenvoudigde weergave van een warmtepomp. Een vaste airco op basis van een warmtepomp (en dat zijn te tegenwoordig vrijwel allemaal) betekent automatisch dat je kunt verwarmen, koelen, ventileren en ontvochtigen.
Een monoblock werkt in principe op dezelfde manier, alleen doordat alle functies op één plek in één apparaat zitten, is de werking minder goed dan bij twee door leidingen gescheiden units. De werking van een mobiele airco wordt soms vergroot door een waterreservoir toe te voegen dat helpt om de lucht te koelen. De allergoedkoopste modellen gebruiken soms ook alleen water of ijs en blazen daar lucht langs, maar dit heeft weinig met airconditioning te maken.
De werking van een airconditioning is gebaseerd op een eenvoudig maar doeltreffend natuurkundig verschijnsel, namelijk het verdampen van vloeistof kost energie (warmte). In het kort komt het er op neer dat een airconditioning (warme) lucht aanzuigt en die door een ruimte leidt waar vloeistof wordt verdampt. De warmte uit de lucht wordt tijdens het verdampen meegenomen en vervolgens komt er weer koele lucht de airconditioner uit. Bovendien kan er tijdens het proces vocht aan de lucht onttrokken worden, zodat de airconditioning de lucht niet alleen koelt maar ook droogt. Om te voorkomen dat continue nieuwe vloeistof moet worden aangevoerd om te verdampen, is een airconditioning een gesloten systeem. Na het verdampen wordt de koelstof opgevangen en door een compressor naar een "condensor" geleid. In de condensor wordt de koelstof omgezet van gas naar vloeistof, waarna de cyclus opnieuw kan beginnen.
In de airconditioner is een ventilator aanwezig. Deze ventilator veroorzaakt een luchtstroom in de airconditioner. De ventilator zorgt ervoor dat de lucht langs een koelelement in de airconditioning geblazen wordt. Dit koelelement is te vergelijken met de radiator van een centrale verwarming waarbij een groot oppervlakte wordt gecreëerd, zodat er zo veel mogelijk contact tussen de lucht en het koelelement is.
In het koelelement is een koelvloeistof aanwezig die door de aanwezige warmte in de lucht verdampt. Het is een natuurkundig feit dat er bij verdamping warmte aan de omgeving wordt onttrokken.* De ventilator zorgt er vervolgens weer voor dat de afgekoelde lucht de ruimte weer wordt ingeblazen. Er wordt dus geen kou geproduceerd maar de lucht wordt gekoeld door er warmte aan te onttrekken.
De verdampte koelvloeistof stroomt intussen via een buis naar een compressor in de airconditioning. Deze compressor perst het gas samen. De geperst lucht komt vervolgens via een andere buis uit in een tweede element van de airconditioner, aan de buitenkant van het gebouw. Ook hier is een ventilator aanwezig maar deze trekt lucht uit de omgeving aan. De koelvloeistof wordt weer via een radiator in contact gebracht met de warmere lucht uit de omgeving. De koelvloeistof condenseert en geeft daarbij warmte af aan de buitenlucht. Het koelmiddel stroomt via de buizen weer de airconditioning binnen en de cyclus herhaalt zich.
Dit hele proces wordt ook wel de warmtepomp genoemd.
Omdat koude lucht minder waterdamp kan bevatten dan warme lucht wordt er in de airconditioner gebruik gemaakt van een ontvochtiger. Deze ontvochtiger voert condensdruppeltjes die ontstaand tijdens het afkoelen van de lucht af, waardoor de lucht die via de airco de kamer instroomt minder waterdamp bevat en niet meer klam aanvoelt.